Dossier Leges


Al jarenlang zet INLIA zich samen met andere organisaties in voor verlaging van buitensporig hoge legestarieven. Daarvoor bestond een aantal jaren een Werkgroep Tegen de Legesverhogingen, waarin ook INLIA participeerde, die zich ten doel had gesteld langs politieke en/of juridische weg te bereiken dat de Rijksoverheid de leges voor het aanvragen van diverse soorten verblijfsvergunningen zou verlagen tot een redelijk bedrag.

Mede op grond van Europese richtlijnen is een aantal bedragen inmiddels wel verlaagd, maar dat geldt niet voor situaties die niet door Europese regelgeving worden beïnvloed, zoals bijvoorbeeld naturalisatie. 

Buiten-schuld

Het aanvragen van een een verblijfsvergunning op basis van het 'buiten-schuld' criterium kost € 350 per persoon; voor een gezin van 4 personen kan dat dus al oplopen tot € 1.400.  Advies van INLIA is echter om dergelijke aanvragen eerst ambtshalve proberen te laten toetsen en niet zelf een aanvraag in te dienen. Voor het toepassen van het 'buiten-schuld' criterium moet de Dienst Terugkeer & Vertrek toch ook al worden gevraagd te bemiddelen bij het verkrijgen van reisdocumenten. 

Medische behandeling

Het aanvragen van een verblijfsvergunning wegens medische behandeling kost € 1.201, maar is gratis als de aanvraag volgt op een jaar lang uitstel van vertrek wegens medische redenen (artikel 64 van de Vreemdelingenwet). Het advies van INLIA is dus om altijd eerst toepassing van art. 64 te vragen. Dat geeft bij toewijzing ook weer recht op opvang en een uitkering van het COA.

Soms vragen artsen een vergoeding voor het opstellen van een medische verklaring of het verstrekken van een afschrift van het medisch dossier ten behoeve van een art. 64 procedure. De arts kan deze kosten in rekening brengen bij de IND als de stukken opgevraagd zijn in het kader van een procedure bij de IND of als de arts vragen heeft beantwoord aan de hand van het formulier van de IND.  Wanneer de arts door de advocaat van een asielzoeker wordt benaderd met eigen vragen, dan kan de arts de kosten in rekening brengen bij de advocaat, en dus bij de asielzoeker.

Verlenging van 'pardon'-vergunningen

Asielzoekers die in 2007 een status kregen op grond van het zogenaamde 'generaal pardon' (formeel: een verblijfsvergunning op grond van de 'Regeling Afwikkeling Nalatenschap Oude Vreemdelingenwet' of RANOV) moeten elke 5 jaar hun tijdelijke vergunning verlengen. In 2013 kon dat kosteloos, maar voor de verlenging per 15 juni 2018 vroeg de IND € 355 per persoon, en het huidige tarief voor verlenging is € 228 p.p.

Er is evenwel een mogelijkheid om aan deze hoge kosten te ontkomen, namelijk door het aanvragen van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als langdurig ingezetene van de EU. Hiervoor geldt in principe de eis dat de aanvrager een paspoort moet overleggen, maar als dat niet mogelijk is moet automatisch worden getoetst of de aanvrager dan wel in aanmerking komt voor verlenging van de huidige verblijfsvergunning.

Het is aan te raden niet de huidige RANOV-vergunning te verlengen maar een aanvraag voor een vergunning voor onbepaalde tijd in te dienen. Die status biedt bovendien ook iets meer rechtszekerheid en de periodieke (vijfjaarlijkse) vernieuwing van een dergelijk verblijfsdocument is ook minder kostbaar (€ 76 voor volwassenen en € 41 voor kinderen).

Naturalisatie

Op grond van Europese regelgeving mogen voor diverse typen verblijfsvergunningen en documenten geen onredelijk hoge legeskosten in rekening worden gebracht. Zowel het Hof van Justitie van de EU als het Europees Hof voor de Rechten van de Mens hebben Nederland in 2012 al eens op de vingers getikt: de financiële drempel mag niet zo hoog zijn dat alleen daarom iemand de vergunning waarop hij wel recht heeft toch niet kan krijgen. 

Deze Europese regels gelden echter niet in het geval van naturalisatie tot Nederlander. Houders van een verblijfsvergunning asiel en staatlozen die zich tot Nederlander willen laten naturaliseren moeten daarvoor € 760 leges betalen, of samen met partner € 1.044. Houders van een RANOV-vergunning uit 2007 (het zgn. 'generaal pardon') vallen echter niet onder 'asiel' maar onder 'regulier', en zij moeten daarom € 1.023 per persoon of € 1.305 voor een echtpaar of geregistreerde partners betalen.  (Per 1 november 2021 hoeven zij niet langer voldoen aan het vereiste een paspoort van het land van herkomst en een gelegaliseerde geboorteakte te overleggen om te kunnen naturaliseren; naar schatting zijn er nog 8.500 RANOV-vergunninghouders die vanwege die in 2009 ingevoerde verplichting al die tijd nog geen Nederlander konden worden.)
Kinderen jonger dan 18 jaar kunnen mee-naturaliseren voor € 151, maar vanaf 18 jaar geldt voor hen ook het tarief van resp. € 760 of € 1.023.
Dus bijvoorbeeld een echtpaar met 2 kinderen, waarvan één inmiddels 18 jaar oud, die een 'pardon'-vergunning kregen, mag € 2.479 neertellen om voortaan niet langer als tweederangsburgers maar volwaardig als Nederlanders in onze samenleving mee te kunnen doen.
 

Op deze webpagina van de IND staan alle actuele legestarieven (per 1 jan 2024).


Nieuwsberichten over leges:


29-12-20  Raad van State: vrijstelling leges wegens bijzondere omstandigheden
05-03-19  Aanvragen kinderpardon dure kwestie
31-10-18  Noodzaak hoge leges voor gezinshereniging overtuigt Raad van State niet
01-02-18  Verlenging pardonvergunning: de kosten en een alternatief
04-03-16  Klacht INLIA over hoogte legeskosten naturalisatie
02-09-14  IND verlaagt leges voor voor vergunningen minderjarige vreemdelingen
18-01-13  Leges gezinsvorming en -hereniging eindelijk fors verlaagd
19-10-12  Raad van State: leges gezinshereniging omlaag
10-07-12  Leges permanente verblijfsvergunning verlaagd
01-05-12  Minister opnieuw op de vingers getikt over te hoge leges
19-04-12  Legestarief alleen verlaagd bij aanvragen op grond van art. 8 EVRM
16-01-12  EHRM: hoge leges mag recht op gezinsleven niet belemmeren
07-09-11  Europese Commissie gaat legesverhogingen onderzoeken
14-07-11  Buitensporige verhogingen legestarieven IND
20-07-10  Hoge Raad verwerpt beroep tegen legesverhogingen