Rechtbank Middelburg: alle Afghaanse vrouwen lopen gevaar bij terugkeer
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is van mening dat Afghaanse vrouwen die niet ‘verwesterd’ zijn, zich wel kunnen aanpassen aan de leefregels van de Taliban, en dus wel veilig terug zouden kunnen keren. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft echter op 4 oktober 2024 al bepaald dat het samenstel van discriminerende maatregelen van het Taliban-regime richting vrouwen, afbreuk doet aan de menselijke waardigheid en als daad van vervolging moeten worden gezien.
Het Hof geeft daarbij aan dat lidstaten bij de beoordeling van een asielverzoek van een Afghaanse vrouw alleen maar hoeven te beoordelen of het gaat om een vrouw en of zij de Afghaanse nationaliteit heeft. Die twee feiten zijn voldoende om asiel te krijgen. Lidstaten mogen ook nog andere feiten ten aanzien van de persoonlijke situatie van een Afghaanse vrouw meenemen in de beoordeling, maar het feit dat betrokkene vrouw is en de Afghaanse nationaliteit heeft leidt al tot verlening van een asielstatus.
De IND houdt echter vast aan het individualiseringsvereiste en vindt dat persoonlijke omstandigheden alsnog kunnen leiden tot de conclusie dat er in het individuele geval geen sprake is van een daad van vervolging en strijdigheid met de menselijkheid. Volgens de IND kan van Afghaanse vrouwen die in haar ogen niet verwesterd zijn, wel gevergd worden dat zij zich aanpassen aan alle onderdrukkende maatregelen van het Taliban-regime.
Rechtbank Middelburg is het niet eens met deze lezing van de IND. Op de minister rust wel de (beginsel)plicht tot individuele beoordeling, maar het huidige samenstel aan maatregelen in Afghanistan maakt dat de minister momenteel kan volstaan met de vaststelling van de Afghaanse nationaliteit en het vrouwelijk geslacht. Doordat alle Afghaanse vrouwen namelijk blootstaan aan dat samenstel van maatregelen dat geldt als daad van vervolging, hebben zij reeds daarom als sociale groep een gegronde vrees voor vervolging.
Alle Afghaanse vrouwen en meisjes die in Nederland asiel aanvragen, maken daarom aanspraak op toelating als vluchteling. Betrokkene hoefde volgens de rechtbank dan ook niet meer feiten en omstandigheden in haar asielprocedure naar voren te brengen dan haar nationaliteit en het feit dat zij vrouw is om aannemelijk te maken dat zij een reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer.
De rechtbank constateert daarbij dat de discriminerende maatregelen van het Taliban-regime ook gevolgen hebben voor de minderjarige dochter van betrokkene, zoals dat zij niet naar school mag in Afghanistan. Ook voor de dochter geldt dus dat zij gegronde vrees heeft voor vervolging bij terugkeer.
De conclusie van de rechtbank is dan ook dat “uit de beoordeling van het beroep volgt dat er geen andere uitkomst mogelijk is dan verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd”.
Meer informatie:
De uitspraak van Rechtbank Middelburg d.d. 26 november 2025 met zaaknr NL24.32481 [ECLI:NL:RDBHA:2025:22308] (download pdf-bestand, 8 pag's)
Het arrest van het Hof van Justitie van de EU d.d. 4 oktober 2024 inzake AH en FN met zaaknummers C-608/22 en C-609/22 [ECLI:EU:C:2024:828] (download pdf-bestand, 13 pag's)
Lees ook:
07-11-25 Minister: Afghaanse vrouwen kunnen zich aanpassen aan Taliban-regime
30-07-24 Verwesterde vrouwen kunnen voor vluchtelingenstatus in aanmerking komen
27-01-17 Rechtbank Arnhem: verwestering valt onder Vluchtelingenverdrag
Dossier Afghanistan in het Expertise centrum