16 maart 2023

Algemene Rekenkamer: Justitie schat de kosten voor asielopvang structureel te laag in

Algemene Rekenkamer: Justitie schat de kosten voor asielopvang structureel te laag in
De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de financiering van de opvang van asielzoekers en concludeert dat de kosten in de afgelopen 23 jaar structureel te laag zijn ingeschat. Daarom kreeg het COA steeds te weinig geld om voldoende opvangplekken te realiseren.


Als er structureel te weinig opvangcapaciteit beschikbaar is moet het COA steeds als zich iets meer asielzoekers melden weer tijdelijke noodopvangplekken organiseren, en die zijn altijd veel duurder dan reguliere plekken in permanente asielzoekerscentra. Het rapport van de Rekenkamer noemt € 19 huisvestingskosten per bed per dag voor reguliere capaciteit en € 40 tot € 100 voor een bed in een noodopvanglocatie.

Voor het jaar 2022 was € 500 miljoen begroot, maar de opvang kostte uiteindelijk € 1 miljard méér. *) Dit was een uitschieter, maar uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat sinds 2000 de werkelijke uitgaven in 21 van de 23 jaren hoger waren dan vooraf begroot.

Ver vooruit inschatten
Het budget voor het COA en de IND wordt bepaald door het Ministerie van Justitie & Veiligheid op basis van een halfjaarlijkse inschatting hoeveel asielzoekers er de komende vijf jaar zullen komen. Volgens de Rekenkamer loopt die voorspelling vaak achter op de feitelijke instroom. Bovendien zit er meer dan een jaar tijd tussen het schatten van de instroom en het vaststellen van het budget, en “intussen verandert de wereld omdat er ergens een oorlog uitbreekt en de instroom hoger wordt”, aldus een woordvoerder van de Algemene Rekenkamer.

Niet alleen wordt de raming “vaak ingehaald door feitelijke ontwikkelingen”, daar komt bij dat “het bedrag dat de staatssecretaris daadwerkelijk reserveert voor opvang in de begroting vaak lager is dan wat er volgens de raming nodig is. De ruimte op de begroting van JenV is leidend, niet de behoefte van het COA. Het gevolg is dat het COA continu achter de feiten aanloopt en in een voortdurende crisismodus verkeert”, aldus de Rekenkamer.

Geen buffer leidt tot hogere kosten
Het COA heeft al sinds 1995 (!) meermaals aan de staatssecretaris gevraagd om extra opvangplekken te mogen aanhouden om eventuele extra instroom soepeler op te kunnen vangen. Omdat voor zo’n buffercapaciteit echter geen geld wordt beschikbaar gesteld moet het COA steeds opnieuw noodopvangplekken zoeken en die vervolgens ook weer afstoten zodra de bezetting daalt. Als het COA zelf onvoldoende noodopvangplekken weet te vinden voor de stijgende instroom, vraagt het ministerie aan gemeenten en veiligheidsregio’s om crisisnoodopvang op te zetten. Dat zijn dan meestal evenementenhallen en paviljoententen die normaliter bij een ramp worden ingezet, en die qua voorzieningen per definitie veel minder geschikt zijn voor een verblijf langer dan een paar dagen of hooguit enkele weken. Begin 2023 verbleef ruim 40% van alle asielzoekers in (crisis)noodopvang, en dat vaak al maandenlang.

Geen inzicht in kosten
Het voortdurend op- en afschalen kost veel geld, ook omdat de kostprijs per persoon bij (crisis)noodopvang (veel) hoger is dan bij reguliere opvang. Maar, concludeert de Rekenkamer in het onderzoek: “Bij het COA en het Ministerie van JenV ontbreekt inzicht in de kosten van het op- en afschalen van opvangcapaciteit en inzicht in hoe de kosten van (crisis)noodopvang zich ontwikkelen. De reden die het COA hiervoor aandraagt is dat de administratie hier niet op is ingericht, onder andere omdat gemeenten crisisnoodopvang beheren”.

Lessen uit het verleden?
In 1995 deed de Algemene Rekenkamer ook al eens onderzoek naar de opvang van asielzoekers: “We stelden vast dat de betrokken bewindspersonen, het COA en de IND nog niet slaagden in een efficiënte behandeling van asielverzoeken en een zo spoedig mogelijke huisvesting van verblijfsgerechtigden”. Het reeds toen gegeven advies om relatief rustige periodes te benutten om structurele problemen op te lossen heeft in de afgelopen 27 jaar “tot nu toe tot weinig verandering geleid”.

 

*) De uitgaven voor asielopvang worden niet alleen uit de begroting van Justitie & Veiligheid betaald. Het rapport van de Rekenkamer meldt dat in het afgelopen decennium een steeds groter deel wordt gefinancierd uit de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS). Internationaal is afgesproken dat de uitgaven voor eerstejaarsopvang van asielzoekers uit ontwikkelingslanden, de zogenaamde ODA-gelden, uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking mag worden betaald (ODA staat voor ‘Official Development Assistance’). In 2022 bedroeg dat € 739 miljoen, iets minder dan de helft van de totale kosten voor asielopvang. In 2015 kwam iets meer dan € 1 miljard ten laste van BHOS. Dit gaat ten koste van de overige uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking die uit hetzelfde begrotingshoofdstuk worden gefinancierd. In 2023 gaat € 628 miljoen van het budget dat bestemd is voor armoedebestrijding in arme landen naar de opvang van asielzoekers in Nederland.
In een reactie op de nieuwe beleidsnota van minister Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking noemde Oxfam Novib dat de minister “een grote hap uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking” uitgeeft aan asielopvang in Nederland “pijnlijk als dat ten koste van arme landen gaat”.

 

Meer informatie:
Het rapport ‘Focus op opvangcapaciteit voor asielzoekers’ d.d. 18 januari 2023, te downloaden van de website van de Algemene Rekenkamer (download pdf-bestand)
Het bericht ‘Justitie schat kosten voor asielopvang al 23 jaar te laag in’ van NOS Nieuws d.d. 18 jan 2023
Het persbericht ‘Meer budget voor ontwikkelingssamenwerking, zorg over focus op eigenbelang’ d.d. 28 september 2022 van Oxfam Novib

Lees ook:
24-11-22  Opvang KAN: constructief gesprek met staatssecretaris Van der Burg
15-07-22  Adviesraden ACVZ en ROB: van zelf-gecreëerde crisis naar duurzaam opvangbeleid