20 november 2019

Dertig jaar Rechten van het Kind

Dertig jaar Rechten van het Kind
Vandaag, 20 november, is de dertigste verjaardag van het Kinderrechtenverdrag, het verdrag dat van alle internationale verdragen door de meeste landen ondertekend is. Nederland tekende het IVRK in 1995 en heeft zich daarmee verplicht de rechten van kinderen te waarborgen in de eigen wet- en regelgeving.


Op de naleving van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind wordt toegezien door het VN Kinderrechtencomité (UN Committee on the Rights of the Child) ; de lidstaten die het verdrag hebben getekend moeten iedere vijf jaar verantwoording afleggen aan het Comité over de realisatie van de in het verdrag vastgelegde kinderrechten. Op 15 oktober jl. heeft het Comité een lijst met vragen aan Nederland voorgelegd, waarop de Nederlandse overheid binnen 1 jaar moet antwoorden.

Bij het toezicht worden ook NGO’s betrokken; zo schrijft het Kinderrechtencollectief (een samenwerkingsverband van UNICEF Nederland, Defence for Children, de Nederlandse Jeugd Raad, Save the Children, Stichting Kinderpostzegels Nederland en Terre des Hommes) ook iedere vijf jaar een zogenaamde ‘schaduw-rapportage’ voor het VN-comité.

Ook voor het asielbeleid zijn kinderrechten van belang. Werd voorheen bij asielprocedures door de overheid vooral gekeken naar het vluchtverhaal en de asielmotieven van ouders die een asielverzoek indienden, tegenwoordig valt te merken dat de belangen van het kind geleidelijk een grotere rol gaan spelen in de afweging en besluitvorming.

Dat is ook in lijn met een van de belangrijkste artikelen van het IVRK, artikel 3, dat bepaalt dat “bij alle maatregelen die kinderen betreffen (…) de belangen van het kind de eerste overweging vormen” (in de Engelse verdragstekst staat letterlijk “the best interests of the child shall be a primary consideration”).

Het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) presenteerde in april 2019 een rapport getiteld ‘In de eerste plaats een kind’. Het rapport bevat aanbevelingen voor verbetering van het beleid voor alleenstaande kinderen die asiel aanvragen in Nederland, in lijn met de richtlijnen van het VN-Kinderrechtencomité.

In aansluiting hierop is in juni van dit jaar in de Tweede Kamer (door Kamerlid Van Ojik, GroenLinks, c.s. ) een gewijzigd initiatiefwetsvoorstel ingediend dat vraagt om een kinderrechtentoets in de asielprocedure op te nemen en asielaanvragen van kinderen met voorrang te behandelen. Daarmee zouden ellenlange procedures (denk aan kinderen zoals Lili en Howick) kunnen worden voorkomen.

Er zijn ook recente voorbeelden van jurisprudentie in asielzaken waarbij aan de rechten van het kind meer gewicht wordt toegekend. Zo oordeelde de Rechtbank Den Bosch op 19 augustus 2019 in de zaak van een alleenstaande minderjarige jongen uit Vietnam, die was aangetroffen in de laadbak van een vrachtwagen in Hoek van Holland, dat zijn inbewaringstelling  “zonder deze te horen, zonder rechtshulp en zonder de jeugdbescherming te informeren (…) een grove schending van de rechten van het kind” was. (De jongen in kwestie was dagenlang vastgezet in vreemdelingenbewaring zonder dat een piketadvocaat, de Raad voor de Kinderbescherming of de voogdijinstelling NIDOS waren ingelicht.) De rechtbank noemt het “ontluisterend” dat de autoriteiten in gebreke zijn gebleven ten aanzien van de toepassing van de rechten van het kind.

En de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht oordeelde op 23 augustus 2019 dat een dakloos gezin met vier zeer jonge kinderen per direct door de Gemeente Almere moest worden opgevangen. Het gezin, van Somalische oorsprong, was eind juli vanuit Engeland naar Nederland teruggekeerd. Toen het tijdelijk onderdak dat de ouders hadden geregeld bij een vriendin niet doorging stond het gezin op straat; de gemeente Almere weigerde ze vervolgens op te vangen. De rechter weegt de belangen van de kinderen, met een expliciete verwijzing naar artikel 3 van het Kinderrechtenverdrag en artikel 8 EVRM, echter zwaarder dan het belang van de gemeente Almere.

Ondanks deze hoopvolle ontwikkelingen moet er echter nog veel gebeuren voordat de rechten en belangen van kinderen waar Nederland voor heeft getekend ook in regelgeving en praktijk vanzelfsprekend worden gerealiseerd. Zo is er nu helaas geen regeling meer voor de legalisering van langdurig verblijvende, gewortelde kinderen.


Meer informatie:
De lijst met vragen van het VN-Kinderrechtencomité aan de Nederlandse overheid (link naar het bericht en de vragenlijst d.d. 15 oktober 2019 op de website kinderrechten.nl)
Het rapport 'In de eerste plaats een kind; bevindingen, aanbevelingen en oplossingen in het belang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Nederland' van de UNHCR, gepubliceerd april 2019 (download pdf-bestand 1,7 MB, 64 pag's)
Het initiatiefwetsvoorstel 'Verankeren belang van het kind in de procedure tot het verkrijgen van een verblijfsvergunning', oorspronkelijk ingediend op 19 september 2016 door Van Ojik c.s. en op 26 juni 2019 gewijzigd naar aanleiding van het advies van de Raad van State (link naar een pagina op de website van de Tweede Kamer)
De uitspraak van Rechtbank Den Bosch d.d. 19 augustus 2019 met zaaknummers NL 19.18769 en NL 19.18836 (download pdf-bestand 13 pag's, bron: Rechtspraak.nl)
De uitspraak van Rechtbank Utrecht d.d. 23 augustus 2019 met zaaknummer UTR 19/3082 (download pdf-bestand 6 pag's, bron: Rechtspraak.nl)

Zie verder de websites van Defence for Children en van het Kinderrechtencollectief. Op laatstgenoemde site staat ook dit historisch overzicht.

Lees ook:
31-08-18  Oproep: Laat Lily en Howick hier - ze zijn al thuis!
09-11-16  Advocaat-Generaal EU-Hof: belang van kind voorop
07-10-15  Ook Somalië ratificeert het Kinderrechtenverdrag