17 mei 2018

Verblijf bij Nederlands kind ook voor partners in buitenland

Verblijf bij Nederlands kind ook voor partners in buitenland
Op grond van het Chavez-Vilchez arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie hebben Nederlandse kinderen recht op omgang met hun buitenlandse ouder(s). Daarom moeten ouders met wie deze kinderen een afhankelijkheidsrelatie hebben een verblijfsvergunning kunnen aanvragen. Volgens de Rechtbank Arnhem moeten zij zonodig kosteloos een visum krijgen om dit recht uit te kunnen oefenen.

Kinderen die burger zijn van de Europese Unie, oftewel kinderen met de nationaliteit van één van de lidstaten zoals Nederland, hebben het recht op omgang met hun ouders. Feitelijk komt het Chavez-Vilchez arrest van het Hof erop neer dat ouders van Nederlandse kinderen met wie deze kinderen een afhankelijkheidsrelatie hebben, een verblijfsvergunning kunnen aanvragen.

Wanneer de niet-Nederlandse partner (al dan niet rechtmatig) in Nederland verblijft levert het indienen van deze aanvraag weinig problemen op. Omdat de aanvraag echter in persoon in Nederland moet worden ingediend kunnen er wanneer de partner in het buitenland verblijft wel problemen ontstaan bij het aanvragen van een inreisvisum voor Nederland. Hierdoor werden visumaanvragen soms afgewezen met het argument dat de betrokken vreemdeling zich in Nederland wil vestigen. 

Normaal gesproken dient een visum het doel een tijdelijke inreis in Nederland mogelijk te maken, onder de voorwaarde dat de vreemdeling na afloop van de geldigheidsduur Nederland weer verlaat. Wanneer het doel vestiging in Nederland is, moet op de ambassade een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) worden aangevraagd, op grond waarvan getoetst wordt of de vreemdeling hiervoor in aanmerking komt. Zoals gezegd kan een aanvraag op grond van Chavez-Vilchez echter alleen in Nederland worden ingediend, en niet op de ambassade. Weigering van een inreisvisum zou in dat geval leiden tot een situatie waarin geen recht wordt gedaan aan een uitspraak van het EU Hof van Justitie.

Navraag bij een ambassade heeft uitgewezen dat, in navolging van een uitspraak van de Rechtbank Arnhem, deze in het buitenland verblijvende vreemdelingen kosteloos in bezit gesteld dienen te worden van een zogenaamd 'faciliterend visum' om de aanvraag in Nederland in te kunnen dienen, en zodoende de feitelijke invulling van de EU-rechten van de kinderen mogelijk te maken. Hierbij kan de betreffende ambassade wel vragen om de onderliggende stukken voor de aanvraag op grond van Chavez-Vilchez, om te beoordelen of er daadwerkelijk sprake is van ouderschap van een Nederlands kind.

De Rechtbank Arnhem overweegt (rechtsoverweging 7.4) :
De rechtbank volgt verweerder niet in zijn standpunt, dat het EU-verblijfsrecht slechts getoetst kan worden indien eiser zich in Nederland bevindt. Zoals door het Hof bevestigd in overweging 62 van het arrest Chavez-Vilchez, betreft het immers een afgeleid verblijfsrecht dat afhankelijk is van (in dit geval) de EU-rechten van de dochter van eiser die de Nederlandse nationaliteit heeft. Vraag is of er sprake is van een zodanige afhankelijkheidsrelatie tussen eiser en zijn dochter, dat de dochter van eiser, als direct gevolg van de ontzegging van een verblijfsrecht aan eiser, genoodzaakt zal zijn het grondgebied van de Europese Unie te verlaten. Naar het oordeel van de rechtbank kan de beantwoording van deze vraag niet afhankelijk worden gesteld van de aanwezigheid van eiser in Nederland. Daarbij is van belang dat het gaat om een fundamenteel recht, bij schending waarvan de nuttige werking aan het Unieburgerschap van de dochter van eiser zal worden ontnomen. De rechtbank verwijst in dit kader naar rechtsoverweging 2.7.9 van de uitspraak van de Afdeling van 7 maart 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BV8631, waarin de Afdeling heeft overwogen dat het arrest Zambrano ook betekenis heeft in de situatie waarin zowel de minderjarige burgers van de Unie als de ouder met de nationaliteit van een derde land, zich buiten het grondgebied van de Europese Unie bevinden. Ook hieruit volgt dat het standpunt van verweerder dat er sprake is van een declaratoir verblijfsrecht dat enkel getoetst kan worden indien eiser zich in Nederland bevindt, met deze motivering geen stand kan houden.

Meer informatie:

Het aanvraagformulier op grond van toetsing aan het EU recht (link naar de site van de IND). Op de formulieren, alleen de eerste vier pagina’s zijn van toepassing, moet u onder 2 “(niet uit de EU afkomstige ouder van een minderjarig Nederlands kind zoals in ‘Uitzondering Nederlanders’ onder 2 is beschreven (348)” aankruisen.

De volledige tekst van de uitspraak van de Rechtbank Arnhem van 6 november 2017 met zaaknummer AWB 17/6558

Over het Chavez-Vilchez arrest schreven we op 10 mei 2017 dit bericht: 
EU Hof van Justitie: hogere belang van kind gaat voor