26 november 2015

Uitspraken 'bed-bad-brood'-opvang werpen ons terug in de tijd

Staat mag opvang weigeren als vluchteling niet meewerkt aan vertrek. ‘Terug bij af’, zo typeert INLIA de uitkomst van de uitspraken vandaag van de Raad van State en de Centrale Raad van Beroep. De Raad van State bepaalde dat de Nederlandse staat voorwaarden mag verbinden aan de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers. Zo moeten ze vrijheidsbeperkingen aanvaarden en meewerken aan vertrek. Zo niet, dan geen opvang. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep sloot hierbij aan. INLIA voorziet nu problemen.

Feitelijk treedt het oude systeem weer in werking: uitgeprocedeerde asielzoekers worden óf rechtstreeks op straat gezet óf naar de zogeheten Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL) gestuurd. Dat laatste als ze mee willen werken aan hun terugkeer. Daar krijgen ze twaalf weken de tijd om terugkeer te realiseren. In een aantal gevallen werkt dit, maar in veruit de meeste gevallen belanden de mensen alsnog op straat. De afgelopen jaren zo’n vijfduizend per jaar.

 
Dit jaar keerden er tot 1 oktober maar 140 mensen via de VBL terug naar hun land van herkomst, blijkt uit gegevens die INLIA heeft opgevraagd bij het ministerie. INLIA voorziet dat er nu opnieuw grote aantallen mensen op straat komen te staan. Dit terwijl het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) eerder oordeelde dat Nederland hiermee de internationale verdragen schendt. Het ECSR is het rechtscollege dat door de 48 lidstaten van de Raad van Europa is ingesteld om over dit soort zaken juridisch te oordelen. De Raad van State noemt dat oordeel weliswaar gezaghebbend, maar niet bindend. De Centrale Raad van Beroep ging eerder wel mee met het oordeel van het Europees Comité, maar heeft nu een draai gemaakt. Volgens de Raad is er nu geen noodzaak meer gemeenten te verplichten ‘bed-bad-brood’-opvang te bieden. 
 
INLIA is teleurgesteld over de uitspraken. “Hiermee zijn we geen stap verder gekomen. Uitgeprocedeerden belanden weer op straat en dat lost niets op. Het is slecht voor de mensen zelf en voor de samenleving”, zegt directeur John van Tilborg. Hij wijst er daarnaast op dat er nu veel grotere aantallen vluchtelingen binnenkomen dan in de jaren hiervoor. Dat zou kunnen betekenen dat er nu ook veel meer mensen op straat komen te staan, zonder inkomsten en zonder legale manier om inkomsten te verwerven. Van Tilborg zegt dat de staatssecretaris nu aan zet is: “Hij moet echte oplossingen bieden, in plaats van een papieren oplossing.”
 
De uitspraken van vandaag hebben uitsluitend betrekking op mensen die uitgeprocedeerd zijn. Ze zeggen dus niets over mensen wiens procedure nog loopt. Dat is nog een aanzienlijke groep: zo’n dertig procent van de mensen die op straat staan of in de huidige ‘bed-bad-brood’-opvang zitten. Zij kunnen door deze uitspraken eigenlijk nergens meer terecht. 
 
 
Meer informatie:
Het persbericht van de Raad van State, met een link naar de tekst van de uitspraak d.d. 26 november 2015
Het nieuwsbericht van de CRvB en de uitspraken van de CRvB met nrs 3834 en 3803 d.d. 26 november 2015
 
Lees ook:
12-10-15  Gemeenten blijven verplicht bed-bad-brood te verstrekken
13-05-15  Rechtbank Amsterdam bevestigt onvoorwaardelijk recht op bed-bad-brood
17-12-14  Uitspraak CRvB verplicht centrumgemeenten bed bad en brood te verstrekken
10-11-14  Nederland schendt basisrecht op voedsel, kleding en onderdak