14 juni 2013

Europees Hof stelt belang van kinderen boven verdrag van Dublin

Europees Hof stelt belang van kinderen  boven verdrag van Dublin
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft uitgesproken dat alleenstaande minderjarige asielzoekers niet mogen worden teruggestuurd naar een ander land in Europa waar ze eerder hebben verbleven. Het belang van het kind bij snelle toegang tot de asielprocedure gaat boven het belang van een land om asielzoekers terug te sturen naar een andere EU-lidstaat.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) te Luxemburg heeft op 6 juni 2013 een belangwekkende uitspraak gedaan over de toepasselijkheid van het Dublin-verdrag op alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s). Het ging daarbij om de asielaanvraag van drie minderjarige vreemdelingen in het Verenigd Koninkrijk, die in geen enkel andere EU-lidstaat legaal verblijvende familieleden hadden. Een van de drie had eerder in Nederland asiel gevraagd.

Op grond van het Dublin-verdrag kan een land een vreemdeling terugsturen naar een ander Europees land als deze daar eerder heeft verbleven. Het Europees Hof heeft nu geoordeeld dat het terugsturen van alleenstaande minderjarige vreemdelingen naar een Europees land van eerder verblijf niet in het belang van het kind is. Volgens deze uitspraak is het land waar de minderjarige vreemdeling zich op het moment van een latere asielaanvraag bevindt toch verantwoordelijk voor de behandeling van dit verzoek, en mag de minderjarige vreemdeling niet meer worden teruggestuurd naar het Europese land waar het onbegeleide kind eerder heeft verbleven. Het EU-HvJ baseert zich hierbij op artikel 24 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Overigens hoeft een lidstaat, in het geval de onbegeleide minderjarige vreemdeling in een ander land eerder een asielaanvraag heeft ingediend en deze, na afwijzing, ongewijzigd herhaalt, niet inhoudelijk op het asielverzoek in te gaan.
 
Met deze uitspraak maakt het Hof van Justitie een belangrijke uitzondering op het Verdrag van Dublin. In 2011 maakte het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) al een uitzondering ten aanzien van Griekenland. Het EHRM bepaalde dat Europese landen geen asielzoekers terug mogen sturen naar Griekenland omdat Griekenland de asielprocedure niet op orde had, waardoor daar de mensenrechten werden geschonden. Dat vond het EHRM zwaarder wegen dan de afspraak (in het Verdrag van Dublin) dat het land van eerste ontvangst verantwoordelijk wordt gehouden voor de afhandeling van asielverzoeken.

Op 16 april 2013 bepaalde de Nederlandse Raad van State ook al dat de IND bij beslissingen waarbij kinderen betrokken zijn expliciet aandacht dient te geven aan de belangen van het kind (zie ons artikel van 12 juni 2013 hierover). Het Hof van Justitie baseerde haar uitspraak op artikel 24 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en de Raad van State op art. 3 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK). Gezinnen met minderjarige kinderen kunnen zich dus op beide verdragen beroepen.


Meer informatie:
Het persbericht d.d. 6 juni 2013 van het Hof van Justitie van de Europese Unie te Luxemburg (Engelstalig)
Ons bericht d.d. 12 juni 2013 over de uitspraak van de Raad van State van 16 april jl.

Lees ook:
21-01-11  EHRM: terugsturen naar Griekenland is schending EVRM