30 augustus 2011

Asielbeleid Somalië aangepast na uitspraak EHRM

Minister Leers heeft de Kamer op 26 augustus jl. geïnformeerd over de consequenties van de uitspraak van het Europese Hof  voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak van twee Somalische asielzoekers tegen het Verenigd Koninkrijk (28 juni 2011). In deze zaak werd Engeland op de vingers getikt door het EHRM toen zij twee Somalische vreemdelingen wilde uitzetten. Volgens de minister betekent de uitspraak van het EHRM in deze zaak dat Nederland haar beleid op een aantal punten zal moeten aanpassen..

Aan asielzoekers die afkomstig zijn uit Mogadishu zal alleen een vestigingsalternatief worden tegengeworpen als:
- de vreemdeling niet behoort tot een kwetsbare groep (alleenstaande vrouwen, alleenstaande minderjarigen en niet-Somali minderheden);
- de vreemdeling nauwe familiebanden heeft in het gebied waar hij naar toe terugkeert, waarbij de familie in staat moet zijn om hem bescherming te bieden:
en
- de vreemdeling recent in Somalië heeft verbleven en/of in staat kan worden geacht zich te gedragen conform de regels die worden opgelegd door de radicaal-islamitische beweging Al-Shabaab, die de controle heeft over grote delen van het land.
Vluchtelingenkampen worden vanwege de slechte humanitaire omstandigheden niet als vestigingsalternatief aangemerkt.
 
Asielzoekers afkomstig uit de overige delen van Zuid- en Centraal-Somalië kunnen in aanmerking komen voor een asielstatus als zij niet recent in Somalië hebben verbleven, en als zij niet in staat kunnen worden geacht de regels van Al-Shabaab aan te houden.
 
Onbekend is nog hoe de bovenstaande voorwaarden in de praktijk getoetst gaan worden door de IND.
 
De minister geeft aan dat het Nederlandse beleid hiermee niet afwijkt van verschillende ons omringende landen zoals België en Zweden, die een '15c-situatie' aannemen voor geheel Zuid- en Centraal-Somalië. Met de term '15-c situatie' wordt verwezen naar het artikel in de EU Kwalificatierichtlijn dat spreekt over een gebied met "een dermate hoge mate van willekeurig geweld (...) dat zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat een burger die terugkeert naar dat gebied, louter door zijn aanwezigheid aldaar, een reëel risico loopt op schending van artikel 3 EVRM."

Het Nederlandse beleid neemt echter geen '15c-situatie' aan voor geheel Zuid- en Centraal-Somalië, maar acht een veilige terugkeer onder bepaalde voorwaarden nog wel degelijk mogelijk. De conclusie dat het Nederlandse beleid hiermee niet afwijkt van landen als België en Zweden, klopt dus niet.
 
Het op dit moment geldende vertrekmoratorium voor asielzoekers uit Zuid- en Centraal-Somalië zal worden beëindigd. Voor uitgeprocedeerde asielzoekers uit die regio is terugkeer daarmee in beginsel weer aan de orde. Wel kunnen deze asielzoekers nog een nieuw asielverzoek indienen, waarbij ze zich kunnen beroepen op het nieuwe beleid.

Meer informatie:
De brief van de minister aan de Kamer d.d. 26 augustus 2011.

Zie ook:
15-07-11  Raad van State bevraagt minister Leers over EHRM-uitspraak Somalië
05-07-11  Belangwekkende uitspraak EHRM over uitzettingen naar Somalië
21-03-11  Vertrekmoratorium voor Centraal- en Zuid-Somalië

Een compleet overzicht van onze berichtgeving over Somalië kunt u vinden in het Dossier Somalië.