14 juli 2025

Raad van State: inburgeringsbeleid strijdig met EU-richtlijn

Raad van State: inburgeringsbeleid strijdig met EU-richtlijn
De Raad van State heeft op 9 juli 2025 geoordeeld dat zowel het stelselmatig beboeten van statushouders die het inburgeringsexamen niet halen, als het terugvorderen van de kosten van de inburgeringscursussen, in strijd is met de EU Kwalificatierichtlijn.


Op 4 februari 2025 had het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) dit reeds aangegeven in antwoord op prejudiciële vragen van de Raad van State van 15 maart 2023. Het Hof oordeelde toen dat verplichte integratie kosteloos moet zijn, en dat er alleen "in uitzonderlijke gevallen" een boete mag worden opgelegd, zoals wanneer de betrokken persoon aantoonbaar een "aanhoudend gebrek aan bereidheid tot integratie" heeft getoond. De door Nederland opgelegde verplichtingen (zoals het terug moeten betalen van een lening als het inburgeringstraject niet op tijd is voltooid) doen volgens het Hof afbreuk aan de doelstelling in de EU-Kwalificatierichtlijn om de effectieve integratie in de samenleving te verzekeren.

Niet voor het eerst
Het is de afgelopen jaren regelmatig voorgekomen dat het HvJEU oordeelt dat onderdelen van het Nederlandse vreemdelingenbeleid in strijd zijn met EU-richtlijnen. We noemen enkele voorbeelden:

  • Volgens de uitspraak van het Hof d.d. 21 september 2023 moet het begrip 'politieke overtuiging' als vervolgingsgrond ruimer worden uitgelegd
  • Op 10 juni 2021 bepaalde het Hof dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te hoge eisen stelde aan documenten die bij een opvolgende asielaanvraag worden overlegd
  • En op 14 januari 2021 vond het Hof het Nederlandse amv-beleid in strijd met de Terugkeerrichtlijn: ook als een afgewezen alleenstaande minderjarige vreemdeling 15 jaar of ouder is moet Nederland grondig onderzoeken of er adequate opvang in het land van herkomst is, voordat er een terugkeerbesluit kan worden genomen.

De kwaliteit van de vreemdelingenwetgeving  is dus ondermaats en lijkt vooral ingegeven door de wens om een zo stringent mogelijk beleid te voeren, waarbij niet of onvoldoende rekening wordt gehouden met mensenrechtenverdragen en EU-richtlijnen. Als de overheid dan uiteindelijk weer wordt teruggefloten door de rechter, dan heeft de overheid feitelijk toch enige tijd een (te) streng beleid kunnen voeren, waarvan vreemdelingen dan de dupe zijn. 
 

Meer informatie:
De volledige uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 9 juli 2025 met zaaknr 202107906/2/V6, ECLI:NL:RVS:2025:3087 (download pdf-bestand, 7 pagina's)
06-02-25  EU Hof: Nederlands inburgeringsbeleid in strijd met Europees recht

Lees ook:
22-09-23  Europees Hof: begrip 'politieke overtuiging' moet ruim worden uitgelegd
11-06-21  EU Hof van Justitie: eisen aan documenten bij opvolgende aanvragen veel te hoog
15-01-21  EU Hof van Justitie: amv-beleid strijdig met Terugkeerrichtlijn