18 januari 2023

Meerdere rechters veroordelen uitstel gezinshereniging als onrechtmatig

Meerdere rechters veroordelen uitstel gezinshereniging als onrechtmatig
In een poging om de komst van asielzoekers naar Nederland te vertragen en daarmee de druk op de te krappe opvangcapaciteit te verminderen, besloot het kabinet om gezinsherenigers maximaal een half jaar langer in het buitenland te laten wachten. Deze omstreden maatregel is al door meerdere rechters als onrechtmatig en onwettig beoordeeld, maar de staatssecretaris wil het definitieve oordeel van de Raad van State afwachten alvorens de maatregel helemaal te schrappen.


Uitstelmaatregel
Op 3 oktober 2022 ging de uitstelmaatregel voor gezinshereniging in. Dat is een onderdeel van de zogeheten ‘asieldeal’ van het kabinet, bedoeld om de instroom van asielzoekers te beperken. Statushouders die asiel in Nederland hebben gekregen mogen hun gezinsleden voortaan pas laten overkomen als ze een woning hebben gevonden. En dat kan lang duren, vanwege het grote tekort aan sociale huurwoningen. De extra wachttijd is maximaal 6 maanden, tenzij er eerder een passende woning beschikbaar is. De IND mag er 9 maanden over doen om een beslissing te nemen op het verzoek om gezinshereniging, en dus kan het tot 15 maanden na het indienen van de aanvraag duren, voordat gezinsleden in het land van herkomst hun visum krijgen waarmee ze naar Nederland mogen komen om hier herenigd te worden met hun vooruit gereisde partner of kind.

Kritiek van o.a. Unicef, UNHCR en CRM
Al dadelijk na het presenteren van dit voornemen (in een brief aan de Tweede Kamer d.d. 26 augustus 2022) werd het kabinet van diverse zijden gewaarschuwd dat er geen wettelijke basis is voor dit uitstel. 

Zo reageerde UNICEF al op 27 augustus in een artikel onder de kop “Kinderen de dupe van bestuurlijk falen asielopvang” :
 “De regering wil de mogelijkheid van gezinshereniging uitstellen om zo de druk op de asielopvang te verlichten. Deze maatregel heeft grote negatieve gevolgen voor kinderen, die hierdoor onnodig lang gescheiden blijven van hun ouders en andere gezinsleden. Het gaat in tegen nationale en Europese wet- en regelgeving en tegen het VN-kinderrechtenverdrag. Kinderen hebben het recht om spoedig herenigd te worden met hun ouders. Het hebben van een woning mag niet als voorwaarde worden gesteld voor gezinshereniging.”  

UNHCR Nederland schreef op 29 aug 2022 in een “Reactie op de maatregelen om de opvangcrisis aan te pakken” onder het kopje ‘Gezinshereniging’:
Families die door oorlog of geweld uit elkaar zijn gerukt, blijven door dit nieuwe beleid nog langer van elkaar gescheiden. Wat UNHCR betreft is dit onacceptabel. Gezinnen horen bij elkaar. (…) Gezinsleven is belangrijk voor vluchtelingen, en essentieel voor goede integratie. Bovendien hebben vluchtelingen onder de EU-wetgeving recht op gezinshereniging. 
Ook het Europese Hof voor de Rechten van de Mens benadrukt dat, gezien het grote belang van het recht op gezinsleven, barrières om daar daadwerkelijk gebruik van te kunnen maken zo veel mogelijk beperkt moeten worden
.”

Het College voor de Rechten van de Mens schreef op 30 augustus 2022 op haar website dat de uitstelmaatregel in strijd is met de bindende Gezinsherenigingsrichtlijn: “De richtlijn houdt rekening met de bijzondere situatie van vluchtelingen en hun belang bij een snelle gezinshereniging. Bij de interpretatie van de richtlijn dienen de belangen van kinderen een eerste overweging te vormen. (…) De plannen van het kabinet bevatten een verkapte wachttijd en stellen huisvesting als voorwaarde voor gezinshereniging binnen deze wachttijd. Dit is in strijd met het doel van de richtlijn. Ook bepaalt artikel 13 van de richtlijn dat gezinsleden zodra de gezinsherenigingsaanvraag is goedgekeurd toegang moeten krijgen tot de betrokken lidstaat. De overheid is op dat moment verplicht om alle medewerking aan gezinsleden te verlenen bij het verkrijgen van visa om deze toegang mogelijk te maken.”

De Adviesraad Migratie (de nieuwe naam voor de Adviescommissie Vreemdelingenzaken, ACVZ) schreef op 11 november 2022 in een zogenaamde ‘Signalering over aangekondigde maatregelen in reactie op de asielopvangcrisis’ met als titel ‘Schurende maatregelen’ het volgende:
De adviesraad signaleert dat het wachten met de afgifte van een visum na een positief besluit op een nareisverzoek (dat in het tijdelijke voorstel al negen maanden kan duren) voor maximaal nog eens zes maanden - zo lang passende huisvesting ontbreekt - niet in overeenstemming is met de letter en geest van de Gezinsherenigingsrichtlijn. Voor zover minderjarigen geraakt worden door deze maatregel kan het ook in strijd zijn met het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) en het EU-Handvest voor de grondrechten, die allebei bindend zijn voor besluitvorming rond dit thema in Nederland. 
(…)
Uit artikel 12, eerste lid, Gezinsherenigingsrichtlijn, volgt dat aan vluchtelingen geen huisvestingvereiste mag worden gesteld. Vluchtelingen en hun nareizende gezinsleden die tot het kerngezin behoren zijn uitdrukkelijk van dit vereiste vrijgesteld. Een lidstaat mag van een vluchteling niet eisen dat hij gedurende een bepaalde periode op zijn grondgebied heeft verbleven voordat zijn gezinsleden zich bij hem voegen. Feitelijk betekent het nu stellen van een huisvestingsvereiste het alsnog tijdelijk invoeren van een wachttermijn. Dat staat de Gezinsherenigingsrichtlijn niet toe voor vluchtelingen. 
(…)
Bovendien is deze handelwijze
[bedoeld wordt het instellen van een de facto wachttijd, red.] in strijd met artikel 13, eerste lid, van deze richtlijn. Daarin is bepaald dat indien het verzoek om gezinshereniging is aanvaard, de betrokken lidstaat het gezinslid of de gezinsleden de toegang toestaat en alle medewerking verleent bij het verkrijgen van de benodigde visa. Het opleggen van een wachttijd is geen medewerking maar tegenwerking.”

Veroordeeld door meerdere rechtbanken
Zoals viel te verwachten werd de uitstelmaatregel bij diverse rechtbanken aangevochten namens door de maatregel getroffen asielzoekers.
De voorzieningenrechter in Haarlem was op 5 december 2022 (AWB 22/6816) de eerste die als zijn ‘voorlopig oordeel’ uitsprak dat de nareismaatregel “niet past binnen het kader van de nationale wetgeving” en “in strijd is met meerdere bepalingen uit de Gezinsherenigingsrichtlijn” (r.o. 16.2). De rechtbank verwerpt de redenering van de staatssecretaris dat hij een “proportionele keuze heeft gemaakt tussen het nadelig effect [van de nareismaatregel, red.] in individuele nareiszaken en de verlichting die het biedt in de opvangcrisis”, want dat “betekent niet dat verweerder [d.w.z. de staatssecretaris, red.] bij het maken van die keuze, zonder dat daar een wettelijke basis voor is, zijn Unierechtelijke verplichtingen (tijdelijk) niet hoeft na te komen”  (r.o. 16.6).
De rechter draagt de staatssecretaris dan ook op onmiddellijk visa te verstrekken aan de in het buitenland wachtende gezinsleden. In een brief aan de Tweede Kamer (d.d. 14 december 2022) schrijft deze echter dat de uitspraak van de voorzieningenrechter “onvoldoende aanknopingspunten biedt om tot een algemeen oordeel te komen over deze tijdelijke maatregel”.

De Rechtbank Amsterdam velde op 22 december 2022 in een inhoudelijk beroep (NL 22/25050) een gelijkluidend oordeel: “Naar het oordeel van de rechtbank is de nareisregeling in strijd met de VreemdelingenWet 2000 en de Gezinsherenigingsrichtlijn”. De rechtbank weerspreekt ook dat het opzijzetten van wettelijke verplichtingen nodig zou zijn geweest omdat er anders mensen op straat zouden hebben moeten slapen: op het moment dat de nareismaatregel inging (op 3 oktober 2022) was er plek genoeg in de opvang, zo toont de rechtbank met door de overheid zelf verstrekte cijfers aan.
Ook rechtbanken in Middelburg, Arnhem, Haarlem en Breda kwamen in de week voor Kerst tot eenzelfde oordeel.

De staatssecretaris probeerde vervolgens de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam te laten schorsen door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar die ging daar niet in mee (uitspraak 29 december 2022 in zaaknr 202207360/3/V1): “Het belang van de vreemdelingen bij een spoedige afgifte van de mvv-sticker [het visum waarmee gezinsleden naar Nederland kunnen reizen, red.] weegt daarom in dit geval zwaarder dan het belang van de staatssecretaris om geen uitvoering te hoeven geven aan de uitspraak van de rechtbank” (r.o. 2).

Zoals VluchtelingenWerk schreef op 29 december 2022 in een artikel 'Raad van State: 2 gezinnen mogen nu definitief herenigen' onder het kopje ‘Doorprocederen tot het niet meer kan’ op haar website: “Van meet af aan was duidelijk dat dit beleid volgens meerdere wetten en verdragen niet mag. Ambtenaren van het ministerie van Justitie waarschuwden hier al voor. Zes rechters hebben dit inmiddels bevestigd. De koers van de staatssecretaris is duidelijk: hij wil doorprocederen tot het niet meer kan. Dit bewust traineren van onwettig beleid dat zoveel gezinnen intens raakt, vinden wij politiek op zijn lelijkst.

Maatregel opgeschort tot oordeel Raad van State
De hoogste rechter in asielzaken behandelde het hoger beroep van de staatssecretaris op een openbare zitting (die per livestream was te volgen!) op 12 januari 2023. Eén dag voor de zitting maakte de staatssecretaris bekend (in een brief aan de Tweede Kamer d.d. 11 januari 2023) de nareismaatregel ‘tijdelijk’ op te schorten, omdat het “nuttig effect van de maatregel voorlopig ontbreekt” (inderdaad, vanwege de consistente uitspraken van lagere rechtbanken). 

Dat is goed nieuws voor alle aanvragers na 11 januari, maar betekent meteen ook rechtsongelijkheid voor iedereen die tussen 3 oktober 2022 en 11 januari 2023 een aanvraag voor gezinshereniging deed: zij worden als enige groep wél getroffen door de uitstelmaatregel. Het valt dan ook te verwachten dat het aantal gevoerde rechtszaken over deze maatregel nog blijft stijgen, ondanks de motivering van de staatssecretaris dat hij de maatregel opschort “om nodeloze procedures te voorkomen”.

De Raad van State doet half februari uitspraak.
 

Meer informatie:
Brieven van de staatssecretaris van Justitie & Veiligheid aan de Tweede Kamer:
d.d. 26 augustus 2022 met als onderwerp 'Besluitvorming opvangcrisis'  (download pdf-bestand, 9 pag's)
d.d. 14 december 2022 inzake de 'Rechterlijke uitspraak over dat uitstel van gezinshereniging onrechtmatig is'
d.d. 11 januari 2023 met als onderwerp 'Tijdelijk opschorten nareismaatregel'

Lees ook:
20-07-22  Raad van State: altijd belangenafweging bij verzoek om gezinshereniging
30-11-20  'Gezinnen horen samen' - UNHCR start petitie
12-09-14  Mensenrechtencollege: gezinshereniging schiet tekort