09 december 2013

Landsadvocaat krijgt zeventien keer meer betaald

Uit informatie die INLIA middels een WOB-verzoek heeft opgevraagd blijkt dat de landsadvocaat die namens de IND optreedt in vreemdelingenzaken gemiddeld 11,37 uur besteedt aan hoger beroepszaken. Dit betekent dat de landsadvocaat 5 keer meer tijd en 17 keer meer geld krijgt dan de advocaat die de asielzoeker op basis van een toevoeging rechtsbijstand verleent..

Zoals reeds vermeld in het artikel 'Staat betaalt eigen advocaten ruim drie keer zo veel' van 14 november jl. op deze site, heeft INLIA de IND op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) verzocht om informatie over hoeveel uren de landsadvocaat gemiddeld aan een hoger beroep in een vreemdelingenzaak besteedt. Reeds bekend was dat het uurtarief van de landsadvocaat, de advocaat waar de IND soms gebruik van maakt in hoger beroepszaken, 348 euro bedraagt en dat dit tarief ruim drie keer zo hoog is als advocaten vergoed krijgen voor rechtsbijstand aan asielzoekers.

Uit de informatie die INLIA op 6 december jl. van de IND heeft ontvangen blijkt nu dat de landsadvocaat gemiddeld 11,37 uur besteedt aan een vreemdelingenzaak in hoger beroep. Een advocaat krijgt daarentegen slechts 2 uur vergoed voor een vreemdelingenzaak die zonder zitting wordt afgedaan in hoger beroep en 8 uur indien er wel een zitting plaatsvindt in hoger beroep. Uit het jaarverslag 2012 van de Raad van State blijkt dat iets minder dan 4 procent van de zaken in hoger beroep tot een zitting leidt en dat 96 procent (!) zonder zitting wordt afgedaan. Dit betekent dat advocaten van asielzoekers slechts 2,25 uur gemiddeld aan het hoger beroep in een vreemdelingenzaak mogen besteden. Dat is vijf keer zo weinig als de landsadvocaat hieraan besteedt.

De landsadvocaat mag dus 11,37 uur à 348 euro per uur in rekening brengen voor zijn diensten. In totaal komt dit neer op 3.957 euro gemiddeld voor een hoger beroep. De advocaat van een asielzoeker kan echter gemiddeld slechts 2,25 uur à 104 euro per uur declareren. Dit komt neer op een vergoeding van 234 euro. De landsadvocaat ontvangt voor hetzelfde hoger beroep gemiddeld maar liefst 3.741 euro méér dan de advocaat van de asielzoeker. De landsadvocaat krijgt dus zeventien keer meer betaald dan zijn collega-advocaat die een asielzoeker bijstaat.

Daarbovenop loopt de advocaat nog een eigen risico met het innen van het griffierecht van 239 euro voor een hoger beroep bij de Raad van State in een reguliere procedure. Als de vreemdeling niet in staat is dat bedrag zelf te betalen (bijvoorbeeld omdat hij zonder voorzieningen op straat staat...) en de advocaat hoger beroep indient, loopt deze dus het risico dat hij zelf voor deze 239 euro moet opdraaien - dit is nota bene 5 euro méér dan de vergoeding die hij gemiddeld ontvangt van de Raad voor de Rechtsbijstand! Het moge duidelijk zijn dat hiermee de toegang tot de rechter voor asielzoekers die op straat staan zo goed als onmogelijk wordt.

Van enige vorm van rechtsgelijkheid ('equality of arms') tussen de IND aan de ene kant en de asielzoeker aan de andere kant in vreemdelingrechtelijke procedures kan dan ook bepaald niet worden gesproken. Zoals we op 14 november reeds schreven is dat een flagrante schending van art 1 van de Grondwet en art 6 van het EVRM.


Meer informatie:
Het antwoord van de IND (gedateerd 28 november en ontvangen op 6 december 2013) met de informatie waar INLIA met een beroep op de WOB om had verzocht.
 
Lees ook:
14-11-13  Staat betaalt eigen advocaten ruim drie keer zoveel
18-10-13  Bezuiniging op rechtsbijstand rampzalig voor asielzoekers