02 september 2010

Justitie wil kinderen van asielzoekster afnemen

Het ministerie van Justitie wil een Angolese afgewezen asielzoekster haar kinderen afnemen, om daarmee te voldoen aan de uitspraak van het Haagse Gerechtshof dat de kinderen niet op straat mogen terechtkomen..

Op 27 juli jl. heeft het Gerechtshof te Den Haag bepaald dat Justitie geen kinderen vanuit de Vrijheidsbeperkende locatie (VBL) in Ter Apel op straat mag zetten zolang niet adequaat in de dagelijkse verzorging, opvoeding, huisvesting, medische zorg en scholing van de kinderen is voorzien (zie ons bericht van 29-07-10). In deze uitspraak gaf het Hof verder aan dat Justitie op 24 augustus jl. moest aangeven hoe zij in dit geval wilde voorkomen dat de kinderen op straat zouden komen.

Justitie heeft hierop aan het Hof geschreven dat het beleid er volgens haar al maximaal op gericht is om te voorkomen dat ouders en kinderen op straat komen. Mochten asielzoekers en hun kinderen desondanks niet langer voor opvang in aanmerking komen, dan wil Justitie de ouders uit de ouderlijke macht laten zetten en de kinderen onder toezicht stellen en bij een pleeggezin onderbrengen. Dit is de ‘oplossing’ die Justitie bij het Gerechtshof aandraagt om te voorkomen dat de kinderen van een Angolese moeder op straat komen te staan.

Juriste Carla van Os van de kinderrechtenorganisatie Defence for Children geeft aan dat je moeders en kinderen uit kunt elkaar halen als er sprake is van mishandeling, maar “niet als oplossing voor onze migratiepolitiek. Er zijn ook uitspraken van het Europese Hof dat je moeder en kind niet zomaar kunt scheiden.” 

Los van deze overwegingen zal dit voorstel van Justitie een averechts effect hebben. Immers, het onder toezicht laten stellen (OTS) en uit huis plaatsen (UHP) van kinderen zijn kinderbeschermingsmaatregelen die er op gericht zijn om het contact met de ouders te herstellen. Daarvoor is het echter noodzakelijk dat de ouders in Nederland verblijven. Om het gezag over hun kinderen terug te krijgen zullen de betreffende ouders dan ook een 'verblijfsvergunning wegens verblijf bij kind' aan gaan vragen. Er is dan een reële kans dat zij op grond van art. 8 EVRM (recht op gezinsleven) alsnog een verblijfsvergunning zullen krijgen. Voor de ouders is er namelijk een 'objectieve belemmering' aanwezig om het familieleven elders te kunnen genieten. Zo lang de aanvraag voor een ‘verblijfsvergunning wegens verblijf bij kind' in behandeling is, zijn de ouders overigens rechtmatig in Nederland.  

En het is vast niet de bedoeling van Justitie dat de ouders alsnog een verblijfsvergunning krijgen omdat Justitie de ouders per se geen opvang wil verstrekken, dan wel niet weet hoe ze hen terug moet laten keren naar het land van herkomst.

WIlt u dat INLIA u zorgvuldig en kritisch blijft informeren over het asielbeleid, maak dan uw bijdrage over door hier te klikken.