13 februari 2017

Moratorium Burundi verlengd

Moratorium Burundi verlengd
Het besluit- en vertrekmoratorium voor Burundi is met een half jaar verlengd, in afwachting van een nieuw ambtsbericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Een besluit- en vertrekmoratorium wordt ingesteld als gedurende “een korte periode onzekerheid zal bestaan over de situatie ten aanzien van asielzoekers” afkomstig uit een bepaald land. In plaats van nu een beslissing op asielverzoeken te nemen schuift de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dat dus een half jaar voor zich uit. Vaak houdt dit verband met het aanvragen van een ambtsbericht over de situatie in dat land, op te stellen door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, waarop de beoordeling van het asielverzoek mede wordt gebaseerd.

Consequentie van een moratorium is ook dat betrokkenen gedurende die tijd recht houden of opnieuw kunnen verkrijgen op rijksvoorzieningen, d.w.z. een plek in een asielzoekerscentrum. Een moratorium geldt voor zes maanden en kan eenmalig met nog eens zes maanden worden verlengd. Daarna moet de staatssecretaris nieuw beleid formuleren en beslissingen nemen in de opgeschorte procedures. Van ‘uitgeprocedeerde’ asielzoekers die nog in Nederland zijn wordt voor de duur van het moratorium niet verlangd dat ze naar hun land terugkeren; ook zij komen in aanmerking voor opvang van rijkswege.

Ten aanzien van Burundi heeft staatssecretaris Dijkhoff de Tweede Kamer op 22 juni 2016 geschreven dat hij “heeft besloten tot het instellen van een besluit- en vertrekmoratorium voor de duur van een halfjaar ingaand op 1 juli 2016”. Wij hebben er indertijd nog op gewezen dat de keuze van die datum betekende dat reeds afgewezen Burundezen nog bijna twee weken op straat moesten overleven voor ze zich weer voor opvang in een AZC konden aanmelden. 

Op 30 januari 2017 stuurde de staatssecretaris opnieuw een brief aan de Kamer, waarin hij melding maakt van de verlenging van het moratorium met een half jaar “nu het onderzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken nog niet is afgerond”. Merkwaardig is echter wel dat in de brief van 30 januari 2017 als ingangsdatum voor het moratorium in 2016 foutief “1 juni van dat jaar” wordt genoemd. Als dat juist was geweest dan had het moratorium ook maar tot 1 juni 2017 gegolden.

Dat het besluit tot verlenging pas op 30 januari 2017 werd gepubliceerd met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2017 betekent dat er gedurende een maand een weinig elegant ‘besluit-vacuüm’ is ontstaan, want de staatssecretaris had vóór het aflopen van het moratorium op 1 januari 2017 nieuw beleid met ingang van die datum moeten formuleren.

De staatssecretaris verwacht nu dat het ambtsbericht van Buitenlandse Zaken spoedig zal verschijnen, waarna hij de Kamer over het landgebonden asielbeleid en terugkeerbeleid voor Burundi kan informeren. Het actuele reisadvies van het Nederlandse ministerie is overigens nog steeds negatief: "Reis niet naar Burundi. De veiligheidssituatie is slecht. Er is verhoogde terreurdreiging in en om [de hoofdstad] Bujumbura."

 
 
Meer informatie:
De brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer van 30 januari 2017
Het actuele reisadvies van het ministerie van Buitenlandse Zaken, laatst gewijzigd per 23 december 2016
 
Lees ook: 
23-06-16  Moratorium voor Burundi, maar niet onmiddellijk