22 september 2017

'Thuis in Hoogeveen', over vluchten en inburgeren

'Thuis in Hoogeveen', over vluchten en inburgeren
Gasten van INLIA's TussenVoorziening spelen mee in toneelvoorstelling. Het toneel is nog donker. Vooraan staan naast elkaar vijf witte deuren opgesteld. Ineens verschijnen daarop flarden uit het NOS-journaal; bombardementen, terrorisme, oorlog, Wilders die roept dat driekwart van de moslims de sharia wil. Aan de deuren wordt gemorreld. Zichtbaar, hoorbaar. Hier willen mensen naar binnen.

Changement naar een tafereel van alledaagse gezelligheid; vrouwen die kletsen en elkaar hun ringen (nieuwe verlovingsringen?) tonen, een clubje mannen dat praat en lacht in een theehuis. Het leven in Syrië vóór de oorlog. Prachtige live muziek overstemt het gesprek. Niet erg, want het gaat niet om de tekst maar om het beeld. En trouwens, Syrisch verstaan de meeste mensen in het publiek toch niet. 

De acteurs komen voor het overgrote deel uit Syrië. Een deel van hen woont in Hoogeveen, anderen komen uit de TussenVoorziening van INLIA in Eelde (waar mensen die hier mogen blijven maar nog geen woning hebben alvast kunnen inburgeren). De voorstelling is een co-productie van Loods 13 en het Noord Nederlands Toneel, in eerste instantie in Hoogeveen gemaakt. Vanwege het succes daar is hij naar Groningen gehaald. 

In het publiek in Groningen vanavond ook Syriërs, een handvol, daarnaast wat Eritreeërs en veel Nederlanders. We zien een hedendaags stadsbeeld: mensen lopen, telefonerend. Dan horen we knallen, scherven. Mensen vallen neer, anderen rennen weg. 

 
 
 


 
 
 

De volgende scene: een man neemt afscheid van zijn vrouw, van hun kind. Hij pakt de koffer aan die zij gepakt heeft. Haar hand draalt nog even op het handvat. Hij vertrekt. Nog een man met een koffer. Nog een, gebukt wegrennend. Het is donker, honden blaffen, de wind zwelt aan, een trein dendert langs, of zijn het schoten? Duisternis. Een stuk of twaalf mannen beelden uit dat ze in een bootje zitten. Ze gaan heen en weer op de golven. De Eritrese man naast mij beweegt mee. 

We horen een fragment van de kustwacht: “Your position?” Zo gaat het op de Middellandse Zee. Duizenden worden er gered, duizenden verdrinken er. Ik vraag me af of de mannen die daar hun overtocht staan uit te beelden mensen hebben zien verdrinken op die tocht. Ik vraag me af hoeveel drempels ze over moesten om deze scene te spelen. En of het helpt om het te verwerken. 

 


 
 
 

Ondertussen neemt de voorstelling een luchtiger wending. De vluchtelingen zijn aan wal en staan in een nette rij. Maar steeds als iemand zich uit het gelid begeeft, om te kijken, gaat er een alarm af. Op de een of andere manier is dat lachwekkend. Knap gedaan. 

Er zitten in dit tweede deel van de voorstelling meer grapjes en komische noten. De inburgering leent zich daar goed voor: de vluchtelingen maken kennis met het fenomeen 'tuinkabouter', met het typisch Nederlandse ‘gezellig’ (één koekje: gezellig!), ze leren hoe mannen elkaar hier begroeten (nee, niet omhelzen: een hand geven!) en leren ‘afspreken’. “Hallo, zullen we afspreken?” “Ja, leuk. Wacht, ik kijk in mijn agenda.” We moeten allemaal lachen, de Eritreeërs naast mij misschien het hardst. 

 
 
 
 

 
 
 


De voorstelling wordt afgesloten met Syrisch eten en dans. En bij de maaltijd krijg ik nog even les hoe Syrische hummus te eten. Beetje inburgeren over en weer, zeg maar.


Tekst: Margot de Jong
Foto's: Peter Wassing

Lees ook:
05-07-17  We hebben wel duizend koekjes gebakken
07-07-16  Eindelijk een nieuw begin: TussenVoorziening van start