19 mei 2017

Onderscheiding De Levende Steen voor Geesje Werkman

Onderscheiding De Levende Steen voor Geesje Werkman
De afgelopen 27 jaar was ze onafgebroken bezig met opkomen voor vluchtelingen; Geesje Werkman. De laatste jaren als manager vluchtelingenzaken bij Kerk in Actie. Vandaag nam ze afscheid op een werkconferentie van de PKN in Utrecht. Ze gaat met pensioen. Voor haar niet aflatende inzet ontving ze de onderscheiding 'De Levende Steen' van INLIA..
INLIA reikt die onderscheiding periodiek uit aan mensen of organisaties die een voorbeeld zijn voor ons allen: mensen of organisaties die zich bijzonder hebben ingezet voor vluchtelingen en asielzoekers in nood. De titel ‘Levende Steen’ verwijst naar een vers uit de Bijbel[1]. Eerdere laureaten waren onder andere de arts van Lampedusa, Pietro Bartólo, en Sister Karin van het Lutherse Alsike Kloster in Zweden.
 
 
 

Levende Steen Geesje Werkman
 
 
 
INLIA-directeur John van Tilborg reikte de Levende Steen uit en sprak haar toe. “Je bent een voorbeeld voor ons geweest. Je hebt zoveel betekend voor juist de
kwetsbaarste groepen. Zonder jou was het debat over ‘bed, bad, brood’ heel anders gelopen.” Werkman was een drijvende kracht achter de rechtszaak van de PKN tegen de Nederlandse Staat over het basisrecht van ieder mens op voeding, kleding en onderdak.
 
Dat recht is universeel, betoogde Werkman in die rechtszaak namens de PKN; recht op leven en menselijke waardigheid mogen niemand worden onthouden. En mogen al helemaal niet als pressiemiddel worden gebruikt om mensen te dwingen zich te schikken naar de wensen van de overheid. Haar inzet en vasthoudendheid waren kritische factoren in het tot stand komen van de ‘bed, bad, brood’-voorzieningen.
 
Een warme vrouw, zo kenmerken bekenden haar. Maar ook iemand met een haarscherpe analyse, die bovendien geen blad voor de mond neemt. Vraag het de Tweede Kamerleden van de vaste commissie veiligheid en justitie maar. Wanneer ze daar pleitte voor rechtvaardigheid, zat er geen woord Frans bij. Er was bovendien geen speld tussen te krijgen.
 
 
 


 
 
 
 “Ze is voor de duvel niet bang”, kenschetste Annemarie Busser van Amnesty International, “En zeker niet voor politici.” Busser (foto hierboven) vervolgde met een knipoog: “Integendeel; Kamerleden waren eerder bang voor Geesje. Die had immers connecties aan de hemelpoort.” Ze kreeg de lachers op haar hand, net als voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens Adriana van Dooijeweerd (foto hieronder), die zich in haar speech afvroeg waarmee Geesje Werkman het best te vergelijken was: een ‘terriër die zich vastbijt’ of een ‘insect dat maar rond je hoofd blijft zoemen’.
 
 


 
 
 
Beiden roemden Werkmans instinct voor rechtvaardigheid en haar liefde voor ieder mens. “Wij zijn beiden vrouwen van het woord”, zei Van Dooijeweerd, “al zijn het andere boeken. Maar het gebod van de liefde uit het boek dat jij gebruikt, is een motorblok voor de mensenrechten.”  Werkman toonde zich geroerd en dankbaar. Toch zei ze, met een blik op vluchtelingen in het publiek: “Zij zijn echte Levende Stenen. Dus ik vind het lastig en mooi tegelijkertijd om deze onderscheiding te krijgen.”