07 januari 2014

Van alle pardonners kan 82% niet naturaliseren

Vier van de vijf houders van een pardonvergunning heeft bij de IND om verlenging gevraagd in plaats van zich tot Nederlander te laten naturaliseren, zo blijkt uit door INLIA opgevraagde informatie. De redenen hiervoor zijn de eis om een origineel paspoort en een gelegaliseerde geboorteakte te overleggen en de extreem hoge legeskosten bij naturalisatie.  

In 2007 heeft een groot aantal asielzoekers door middel van het ‘generaal pardon’ een verblijfsvergunning gekregen om een einde te maken aan een lange periode van onzekerheid. Er is destijds door de verantwoordelijke politici voor gekozen om een pardonvergunning een reguliere vergunning te laten zijn in plaats van een asielvergunning. Vreemdelingen die in aanmerking willen komen voor een reguliere vergunning moeten hiervoor in principe documenten overleggen om hun identiteit vast te kunnen stellen, zoals een paspoort en een geboorteakte. Asielzoekers die al veel jaren in Nederland zijn beschikken niet over deze documenten, reden waarom asielzoekers die voor de pardonregeling in aanmerking kwamen op dat moment ook werden vrijgesteld van deze eisen.

Op 15 juni 2013 liep de tijdelijke pardonvergunning af, waardoor 'pardonners' hun vergunning moesten verlengen om niet met een ‘verblijfsgat’ geconfronteerd te worden. Vanaf juni 2012 kunnen zij ook naturaliseren tot Nederlander. Om volstrekt onduidelijke redenen zijn in de tussentijd de eisen voor naturalisatie echter behoorlijk aangescherpt. Van houders van een reguliere verblijfsvergunning wordt sinds juni 2009 geëist dat zij een origineel paspoort en een gelegaliseerde geboorteakte overleggen als ze willen naturaliseren. Dezelfde groep van wie eerder werd erkend dat zij vanwege hun specifieke omstandigheden deze identiteitsdocumenten niet kunnen verkrijgen, wordt nu opeens geacht wèl deze papieren wel boven tafel te kunnen krijgen als zij Nederlander willen worden. Daarnaast vormen ook de extreem hoge legeskosten bij naturalisatie (€ 890 per persoon, dat betekent dus voor bijvoorbeeld een gezin met twee kinderen € 3.560 !) voor veel pardonners een onoverkomelijk obstakel, omdat een groot deel van deze groep leeft van een minimum inkomen.

Om duidelijkheid te krijgen over de exacte aantallen pardonners die tot nu toe door deze hoge eisen niet hebben kunnen naturaliseren heeft INLIA een informatieverzoek op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur ingediend bij de IND. Uit het antwoord van de IND blijkt dat van de ongeveer 28.500 houders van een pardonvergunning 23.310 een verlenging hebben aangevraagd.  Dit is maar liefst 82%!

Door de buitengewoon hoge eisen wordt het deze groep van ruim 23.000 personen onmogelijk gemaakt om volledig in de Nederlandse samenleving te integreren en op hetzelfde niveau in de samenleving te participeren als degenen die wel een Nederlands paspoort hebben. Zo mogen zij bijvoorbeeld niet stemmen bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Diverse kabinetten hadden de afgelopen jaren de integratie van vreemdelingen in de Nederlandse samenleving zogenaamd altijd hoog op de agenda staan. Vooral het naturaliseren van vreemdelingen tot Nederlander was hierbij cruciaal. In de praktijk wordt het deze groep van 23.310 pardonners echter onmogelijk gemaakt om volwaardig te integreren in de Nederlandse samenleving: zij moeten aan de kant blijven staan.


Meer informatie:
Het antwoord van de IND d.d. 6 december 2013 op het WOB-verzoek van INLIA
De petitie ‘Nederlanderschap voor pardonners’ kan niet meer ondertekend worden.

Lees ook:
02-07-13  Petitie voor naturalisatie van pardonners
20-02-13  Pardonners moeten verblijfsvergunning verlengen
15-05-12  Paspoortvereiste belemmert naturalisatie van pardonners