03 december 2010

Strafbaarheid van (hulp aan) 'illegalen' nog niet van tafel

Strafbaarheid van (hulp aan) 'illegalen' nog niet van tafel
Mensen die barmhartigheid aan vreemdelingen betonen hoeven voorlopig niet te vrezen voor vervolging door de Nederlandse justitie. Maar het voornemen van strafbaarstelling van illegaal verblijf zelf is nog niet van tafel, ook al is de meerwaarde daarvan nog lang niet aangetoond. Een terugblik op het Kamerdebat met minister Leers.

Barmhartigheid strafbaar – ja, nee, ja ?
Tijdens het Kamerdebat eerder deze week met minister Leers voor Immigratie en Asiel werd uit de woorden van zowel de minister als een meerderheid van de kamerleden duidelijk, dat mensen niet vervolgd zouden mogen worden voor het verlenen van ‘barmhartigheid’ aan ‘illegalen’. In tegenstelling tot wat in sommige media werd gesuggereerd is de strafbaarheid van illegaal verblijf, en daarmee ook van hulp aan ‘illegaal’ verblijvende vreemdelingen, echter nog niet van tafel. De minister gaf wel aan niet de ‘intentie’ te hebben mensen die uit humanitaire overwegingen of barmhartigheid mensen hulp bieden te vervolgen, maar wilde niet toezeggen dat in de wet een uitzonderingsgrond voor hulpverleners zal worden opgenomen. En als illegaal verblijf een strafbaar feit wordt, kan iedereen die hulp verleent op basis van de huidige wetgeving al worden vervolgd voor medeplichtigheid aan het plegen van een misdrijf (art. 48 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht).

Illegaal verblijf strafbaar – waarom ?
Als argument voor de strafbaarstelling werd ook genoemd het aanpakken van mensenhandelaren en huisjesmelkers. Maar hun praktijken kunnen op basis van het Wetboek van Strafrecht ook nu al worden aangepakt. Een ander argument voor het strafbaar stellen van illegaal verblijf was volgens minister Leers “om de overlast te bestrijden en de illegale vreemdeling die zich schuldig maakt aan criminele activiteiten, zo snel mogelijk het land uit te zetten”.  Ook hier geldt echter dat ongedocumenteerde vreemdelingen die strafbare feiten plegen kunnen worden opgepakt op basis van het Wetboek van Strafrecht, en na hun veroordeling en straf tot ongewenst vreemdeling verklaard, waardoor hun verblijf strafbaar wordt. De minister heeft de Kamer nog niet kunnen overtuigen van de meerwaarde van het strafbaar stellen van illegaal verblijf. Maar het is niet alleen overbodig; wij zijn er van overtuigd dat het juist een averechts effect zal hebben: uit vrees zullen ‘illegalen’ juist ieder contact met instanties en hulpverleners zoveel mogelijk vermijden; samen met het afsnijden van de weg om ooit nog een legale status te bereiken (‘eens een illegaal, altijd een illegaal’) zal het voorgestelde beleid juist zorgen voor een toename van illegaliteit, met alle gevolgen van dien.
Van de ‘afschrikkende werking’ waarin de minister gelooft is in andere Europese landen, waar illegaal verblijf soms al langer strafbaar is, in ieder geval niets gebleken: daar zijn niet minder illegalen. Bovendien kent een land als Duitsland bijvoorbeeld een gedoogstatus voor mensen die niet kunnen worden uitgezet; zij blijven zichtbaar, behouden hun voorzieningen en belanden niet zo snel in criminele circuits.

Beleidsvoornemens strijdig met zichzelf
De minister verklaarde in het debat dat landen die niet of onvoldoende meewerken aan terugkeer van hun onderdanen daar op zullen worden aangesproken; er kunnen consequenties aan worden verbonden door een “koppeling aan ontwikkelingssamenwerking, of samenwerking op het gebied van buitenlandse zaken”. Met andere woorden: landen die geen reispapieren aan uitgeprocedeerde asielzoekers verstrekken kunnen worden gekort op ontwikkelingsgelden. De minister heeft de Kamer beloofd dat hij in het voorjaar met een notitie over de betreffende landen en maatregelen zal komen. Uit onder andere door INLIA in het verleden gevoerde WOB-procedures is al langer bekend dat er een lijst van zo’n dertig landen bestaat die onvoldoende of geheel niet meewerken.
Aan de andere kant worden uitgeprocedeerde asielzoekers na 28 dagen (of eventueel 12 weken) op straat gezet, ‘geklinkerd’ in justitie-jargon, als ze er in die periode niet in zijn geslaagd hun uitreis te realiseren. Daarmee wordt de asielzoeker dus ‘bestraft’ met het verlies van voorzieningen, met het etiket ‘illegaal’ en straks ook nog ‘crimineel’, op basis van de veronderstelling dat het aan de asielzoeker zelf ligt (‘niet meewerken aan terugkeer’) en niet aan het land van herkomst dat hij geen reispapieren heeft verkregen.
Welnu, het is één van tweeën: of alle landen werken mee en het is dus altijd de schuld van de asielzoeker dat er geen papieren worden verstrekt, of de asielzoeker is in sommige gevallen buiten zijn schuld niet in staat te vertrekken en behoort dus een status te ontvangen. Nu worden zowel de landen als de asielzoekers bestraft en wordt onze samenleving met het probleem opgezadeld: burgers, kerken en maatschappelijke instellingen vangen deze mensen op, als ze letterlijk geen kant op kunnen.

Uw handtekening is nog steeds nodig!
Het wetsvoorstel voor strafbaarstelling van illegaal verblijf is nog niet ingediend; misschien wil de regering wachten tot na de Statenverkiezingen in maart 2011. Het is dus nog steeds van groot belang dat zoveel mogelijk mensen de petitie ondertekenen; samen kunnen we een krachtig protest tegen dit heilloze voornemen laten horen.

Ga hier naar de site van Kerk in Actie om on line te tekenen of een handtekeningenlijst uit te printen.

Zie ook enkele redactionele commentaren:
02-12-10  NRC: Strafbaarstelling van illegaal verblijf gaat over een grens
03-12-12  Trouw: Strafbaar stellen van illegaliteit schiet doel voorbij