14 december 2016

In memoriam Anzhela Balayan

Op 11 december overleed mevrouw Anzhela Balayan, geboren op 4 december 1935 in Wank, in de voormalige Soviet-Unie, het hudige Azerbaidjan. Zij verbleef sinds 17 mei van dit jaar bij ons in de Bed,Bad,Brood+ opvang in Groningen.

We zijn dankbaar dat we haar mochten leren kennen en dat we haar in de laatste periode van haar leven een beetje warmte konden bieden.

 

 

 



In het Dagblad van het Noorden schreef Maaike Wind op 16 december dit eerbetoon:

De oma van iedereen is niet meer

Anzhela Balayan werd in 1935 geboren in de Sovjet-Unie. Ze stierf zondag in de bed-bad-broodvoorziening in Groningen. „Ze was geliefd bij iedereen.”

Groningen. Toen Anzhela Balayan in 2010 naar Nederland vluchtte, moest ze al snel naar Den Haag om haar papieren te laten zien. Voor de rit vanaf Groningen stond een politiebusje klaar. Dat verdient ze niet, vond haar kersverse advocaat. Dan breng ik haar zelf wel, besloot hij. Toen Balayan een tijdje later na een hartoperatie in het ziekenhuis lag, zat hij urenlang aan haar zijde.
 
„Zo ging het steeds”, vertelt Arewik Mailjan uit Breda, de tolk die Balayan bijstond. „Ze was geliefd bij iedereen.” Ook Mailjan raakte gesteld op de Armeense vrouw die op haar 76ste in haar eentje van Rusland naar Nederland vluchtte. De twee werden vrienden. Of nee, het was meer dan dat. Ze werden familie. „Mijn ouders zijn jong overleden”, zegt Mailjan. „Balayan werd als een tweede moeder voor me. En een oma voor mijn dochters.”
 
Oma. Dat was ook haar bijnaam in bed-bad-broodvoorziening in Groningen, waar ze sinds mei van dit jaar verbleef. Ze was uitgeprocedeerd. Een verblijfsvergunning zat er voor haar niet in, besloot de IND. Terug naar haar moederland kon ze evenmin. De Armeense Balayan werd in 1935 geboren in Wank, een plaats die destijds in de Sovjet-Unie lag en nu aan Azerbeidzjan toebehoort. Haar moederland bestond niet meer.
 
„Velen hier kenden zelfs haar naam niet, zo vaak werd ze oma genoemd”, zegt maatschappelijk werkster Dragana Djordjevic van INLIA, de christelijke stichting die de bed-bad-broodvoorziening in en bij het voormalige F1-hotel in Groningen runt. En Balayan vond het prachtig, aldus Djordjevic. „Als je haar oma noemde, bloeide ze helemaal op.”
 
Rustig, lief en zorgzaam, zo omschrijven Mailjan en Djordjevic haar allebei. „Ze merkte het direct als je verdrietig of blij was”, zegt de maatschappelijk werkster. „En dan maakte ze een praatje met je.” Balayan sprak Armeens en Russisch, maar sprak zo nodig met haar handen en ogen verder. „Als ze je niet kon verstaan, kreeg je een schouderklopje.”
 
Tevreden was ze ook, zegt Djordjevic, hoe uitzichtloos haar situatie ook was geworden. „Ze hield van Nederland. Ze vond het een prachtig land. Zelfs de zusters hier zijn zo liefdevol, zei ze dan. Dat had ze nog nooit meegemaakt.” Het kwam door haarzelf, denkt Djordjevic. „Anzhela straalde liefde uit. Ze was altijd blij. Je moet vergeven, zei ze als ik soms kwaad op iemand was. Iedereen heeft een goede kant, zei de dan, doe je best om die te zien.”
 
Bijzonder want haar leven was beslist niet makkelijk, blijkt uit de woorden van Djordjevic. Nadat haar eerste man overleed, woonde ze een tijd illegaal in Rusland. Ze kreeg een nieuwe relatie en besloot samen met haar vriend naar Nederland te vluchten. Vlak voor vertrek kreeg haar vriend een hartinfarct. Hij overleed. Balayan besloot alleen te gaan. De eerste jaren, toen ze nog hoop had op een verblijfsvergunning, woonde ze in het asielzoekerscentrum in Delfzijl.
 
Een paar weken terug belandde Balayan met een blaasontsteking in het ziekenhuis. Een bloedvergiftiging en herseninfarct volgden. Op 11 december, zeven dagen na haar 81ste verjaardag, stierf ze. De herdenkingsdienst op woensdag werd door zo’n zeventig man bezocht. Vandaag wordt ze begraven. Oma, de vrouw die in Nederland niet welkom was maar hier desondanks toch haar familie vond, is niet meer.
 
 
 
 

 Foto's (c) Reyer Boxem

 


Meer informatie:
Rouwkaart mw Balayan